GEBED IEDERE DAG

Gebed op de dag des Heren
Woord van god elke dag

Gebed op de dag des Heren

18DE ZONDAG DOOR HET JAAR Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed op de dag des Heren
Zondag 3 augustus

18DE ZONDAG DOOR HET JAAR


Eerste Lezing

Prediker 1,2; 2,21-23

IJl en ijdel, zegt Prediker,
ijl en ijdel, alles is ijdel.
Want als iemand door zijn kennis en wijsheid moeizaam iets gepresteerd heeft, moet hij het toch overlaten aan een ander, die er niets voor gedaan heeft. Ook dat is ijdel, onzinnig.
Wat heeft een mens dan aan zijn harde werken, aan al zijn zorgen en tobben onder de zon?
Zijn leven is één lijdensweg, zijn werk een bron van ellende. Zelfs 's nachts vindt hij geen rust. Ook dat is ijdel.

Psalmgezang

Psalm 95

Luistert heden naar Gods stem: weest niet halsstarrig zoals weleer

Komt, laat ons de Heer met gejubel begroeten,
juichen wij toe de Rots van ons heil.
Laat ons verschijnen voor Hem met een lofzang,
Hem met liederen eren.

Komt, laat ons aanbiddend ter aarde vallen,
neerknielen voor Hem die ons schiep.
Hij is onze God en wij zijn volk,
Hij is de herder en wij zijn kudde.

Luistert heden dan naar zijn stem:
weest niet halsstarrig als eens in Meriba.
Waar uw vaderen Mij wilden tarten,
ofschoon zij mijn daden hadden gezien.

Tweede Lezing

Kolossenzen 3,1-5.9-11

Als u nu met Christus ten leven bent gewekt, zoek dan ook wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand van God. Zet uw zinnen op wat boven is, niet op het aardse. U bent immers gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus, die uw leven is, verschijnt, zult ook u met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Maak de aardse praktijken dood: ontucht, onzedelijkheid, hartstocht, kwade begeerte en de hebzucht, die gelijk staat met afgoderij.
En vertel elkaar geen leugens meer. Trek de oude mens met zijn gedragingen uit, bekleed u met de nieuwe mens, die wordt vernieuwd tot het ware inzicht, naar het beeld van zijn schepper. Dan is er geen sprake meer van Griek of Jood, besnedene of onbesnedene, barbaar, Skyth, slaaf, vrije mens. Maar alles in allen is Christus.

Evangelie

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Lucas 12,13-21

Iemand uit de menigte zei tegen Hem: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen.' Hij zei tegen hem: ‘Wie heeft mij als scheidsrechter tussen u beiden aangesteld?' Hij zei tegen hen: ‘Pas op voor iedere vorm van hebzucht! Ook al heeft een mens nog zo veel, zijn leven bezit hij niet.' Hij vertelde hun een gelijkenis: ‘Er was eens een rijke, wiens land veel had opgebracht. Hij dacht bij zichzelf: “Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn oogst op te slaan.” “Dit ga ik doen,” dacht hij, “ik breek mijn schuren af en ga grotere bouwen; dan kan ik daar al het graan en mijn andere goederen in opslaan, en tegen mezelf zeggen: Je hebt daar nu heel wat liggen, jongen, je kunt jaren vooruit. Rust nu maar eens uit, eet, drink en neem het ervan.” Maar God zei tegen hem: “Jij dwaas, nog deze nacht wordt je leven opgeëist, en voor wie zijn dan al die voorraden die je hebt aangelegd?” Zo vergaat het iemand die rijke schatten verzamelt voor zichzelf en niet voor God.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Homilie

Het evangelie van deze zondag begint met twee broers die Jezus vragen om tussenbeide te komen in een erfeniskwestie. Hoeveel familieleden worden elkaar niet vijandig gezind als zij met een testament worden geconfronteerd, bereid om alles te doen om het beste deel te krijgen. Jezus weigert zich op dit niveau te begeven. Hij is geen meester in het verdelen. Hij grijpt in in het hart, niet in de erfenis. Voor deze twee broers zit het echte probleem niet in de materiële dingen, maar in hun hart dat hebzuchtig is. Jezus, die zich tot allen richt, zegt: "Pas op voor iedere vorm van hebzucht! Ook al heeft een mens nog zo veel, zijn leven bezit hij niet". Jezus wil de aardse goederen niet minachten; Hij weet hoe nuttig ze kunnen zijn. Maar zij die hun streven naar geluk alleen hierop baseren, doen een foute investering.
De gelijkenis die hierop volgt, is daar een illustratie van. Het hoofdpersonage is een rijke landeigenaar wiens zaken heel goed lopen. Hij moet zelfs meer schuren bouwen om de enorme oogst binnen te halen. Het probleem ligt natuurlijk niet in de productie van rijkdom, maar in het gedrag van de eigenaar. Voor hem staat het vergaren van goederen voor zichzelf - en hoogstens voor zijn gezin - gelijk aan rust en geluk. Maar zijn berekeningen zijn dwaas; hij heeft met alles rekening gehouden, maar niet met het belangrijkste: het uur van zijn dood. Hij heeft aan al zijn dagen gedacht, maar niet aan zijn laatste. En we weten allemaal dat we in de dood niets met ons meenemen dan de liefde en het goede dat we hebben gedaan. De apostel Paulus zegt in zijn brief aan de Kolossenzen: "Zet uw zinnen op wat boven is, niet op het aardse". Wat boven is, is niet abstract, het zijn de liefde en de goede werken die wij op aarde doen. Dat is de ware rijkdom die niet zal worden verteerd of afgenomen. Aardse goederen kunnen nuttig zijn voor de hemel als ze ten dienste staan van liefde en mededogen. Als wij onze goederen ten dienste stellen van de armen en de zwakken zullen ze ware rijkdom in de hemel worden. Je bezittingen aan de armen geven betekent ze beleggen tegen de hoogste rente. Wie niet alleen voor zichzelf verzamelt, verrijkt zich voor God, zegt Jezus. In onze wereld, waar vergaren voor zichzelf de enige regel van het leven lijkt te zijn, klinkt dit evangelie als een schandaal. En toch is het de wijste weg om verdeeldheid en conflicten te overwinnen en om meer solidariteit en geluk te bewerkstelligen.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.