GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de kerk
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de kerk
Donderdag 31 juli


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Ik ben de goede herder,
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zij zullen één kudde en één schaapstal worden.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Exodus 40,16-21.34-38

Mozes bracht alles ten uitvoer zoals de Heer had voorgeschreven. De verblijfplaats werd opgesteld in de eerste maand van het tweede jaar, op de eerste van de maand. Mozes liet de verblijfplaats opstellen: men plaatste de voetstukken, bevestigde de schotten, bracht de verbindingslatten aan en richtte de palen op. De buitentent werd over de verblijfplaats gespannen en daaroverheen werd het tentdak gelegd, zoals de Heer aan Mozes bevolen had. Mozes legde de verbondsakte in de ark, schoof de draagstangen aan de ark en legde er het verzoendeksel op. Hij bracht de ark in de verblijfplaats, hing het voorhangsel op, zodat de ark met de verbondsakte naar het bevel van de Heer aan het gezicht werd onttrokken. Toen overdekte de wolk de tent van samenkomst en vulde de heerlijkheid van de Heer de verblijfplaats. En Mozes kon de tent niet binnengaan, want de wolk rustte erboven, en de heerlijkheid van de Heer vulde de verblijfplaats. Op heel hun tocht trokken de Israëlieten pas verder als de wolk boven de verblijfplaats uitsteeg. Als de wolk niet opsteeg, bleven zij wachten. Op heel hun tocht rustte overdag de wolk van de Heer boven de verblijfplaats, maar 's nachts was er een vuurgloed, die zichtbaar was voor alle Israëlieten.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Ik geef jullie een nieuw gebod:
gij moet elkander liefhebben.

Alleluia, alleluia, alleluia !

De tent, teken van Gods aanwezigheid, zal het volk Israël gedurende zijn hele geschiedenis vergezellen. God blijft door de tent niet alleen nabij, maar zal Israëls stappen dag na dag begeleiden. Daarom is de tent niet gebouwd naar menselijke maatstaven. God zelf legt Mozes de manier van bouwen op, tot in het kleinste detail, zoals de eerste verzen van het hoofdstuk vermelden. Het is dan ook niet zomaar een plaats, maar de plaats waar het volk bijeenkomt in de tegenwoordigheid van God zelf, om zo het volk van het verbond te zijn dat ten dienste staat van Gods plan voor de redding van alle volkeren. Alles wordt gezalfd met olie, zowel de voorwerpen als Aäron en zijn zonen: zo worden zij gewijd voor de eredienst van de Heer. Wie nadert, moet zich zuiveren van het kwaad. Aan het einde van de wijding plaatst Mozes de ark in de tent met de verbondsakte. Hij staat er borg voor dat alles wordt gebouwd volgens de door God gegeven aanwijzingen. Op dat moment "overdekte de wolk de tent van samenkomst en vulde de heerlijkheid van de Heer de verblijfplaats". De neerdaling van de wolkkolom is voor het volk ook de neerdaling en de aanwezigheid van God op die plaats. Wat op deze bladzijde van de Bijbel geschreven staat, zal zijn volle verwerkelijking vinden wanneer "het woord is vlees geworden! Hij is onder ons zijn tent komen opslaan en we hebben zijn heerlijkheid gezien" (Joh 1, 14). Jezus is de plaats van Gods aanwezigheid onder ons.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.