Gedachtenis van de heilige Sergius van Radonezj, monnik, stichter van het Lavra-klooster van de heilige Drie-eenheid nabij Moskou. Gedachtenis van dominee Paul Schneider, die in 1939 in het naziconcentratiekamp Buchenwald vermoord werd. Lees meer
Gedachtenis van de heilige Sergius van Radonezj, monnik, stichter van het Lavra-klooster van de heilige Drie-eenheid nabij Moskou. Gedachtenis van dominee Paul Schneider, die in 1939 in het naziconcentratiekamp Buchenwald vermoord werd.
Lezing van Gods Woord
Alleluia, alleluia, alleluia !
Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.
Alleluia, alleluia, alleluia !
Exodus 11,10-12,14
Mozes en Aäron verrichtten al deze wonderen voor de farao, maar de Heer maakte de farao halsstarrig: hij liet de Israëlieten niet weggaan uit zijn land.
De Heer sprak tot Mozes en Aäron in Egypte: ‘Deze maand moet u beschouwen als de beginmaand, als de eerste maand van het jaar. Maak aan heel de gemeenschap van Israël het volgende bekend. Op de tiende van deze maand moet iedere familie een lam uitkiezen, ieder huis een lam. Als een familie te klein is voor een lam, dan moeten ze, rekening houdend met het aantal personen, samendoen met hun naaste buren. Bij het verdelen van het lam moet er rekening gehouden worden met ieders eetlust. Het lam moet gaaf zijn, van het mannelijk geslacht en eenjarig. U kunt er een schaap of een geit voor nemen. U moet de dieren vasthouden tot aan de veertiende van de maand. Dan moet heel de verzamelde gemeenschap van Israël ze slachten in de avondschemering. Vervolgens moet u wat bloed nemen en dat uitstrijken over de beide deurposten en over de bovenbalk van de deur van alle huizen waar het lam gegeten wordt. In dezelfde nacht moet het vlees gegeten worden, op het vuur gebraden. Het moet gegeten worden met ongezuurd brood en bittere kruiden. U mag het niet rauw eten of gekookt in water, maar alleen gebraden op het vuur, met kop, poten en ingewanden. Zorg dat er niets van over is als de zon opgaat. Wat bij zonsopgang nog over zou zijn moet u verbranden. En dit is de wijze waarop u het lam moet eten: uw lendenen omgord, sandalen aan uw voeten, en uw staf in de hand. Haastig moet u het eten, want het is Pasen voor de Heer. Deze nacht zal Ik door Egypte gaan en alle eerstgeborenen van Egypte, zowel mensen als dieren, slaan. Aan alle goden van Egypte zal ik het vonnis voltrekken. Ik ben de Heer. Maar het bloed aan de huizen zal een teken zijn dat u daar woont. Als Ik het bloed aan uw huizen zie, zal Ik aan u voorbijgaan. De vernietigende plaag zal u niet treffen als Ik Egypte sla. Deze dag moet u tot een gedenkdag maken, u moet hem vieren als een feest ter ere van de Heer. Generatie op generatie moet u hem als een eeuwig voorschrift vieren.
[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]
Alleluia, alleluia, alleluia !
De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
Wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.
Alleluia, alleluia, alleluia !
De Heer blijft tot Mozes en Aäron spreken. Zij moeten de farao met moed en kracht tegemoet treden en het volk Israël uit de slavernij bevrijden. De bevrijding van het volk gebeurt niet op magische wijze. Het vergt moed en volharding om de vele netten te scheuren die hen gevangen houden in een perverse logica. God belooft Mozes en Aäron zijn "Pasen", zijn doortocht die de bevrijding van de slavernij naar de vrijheid inluidt, de overwinning van de liefde op de zonde. God schrijft voor hoe het paaslam moet gegeten worden, het Pasen dat Jezus zal vieren met de zijnen, die nieuwe familie, het nieuwe volk dat Hij heeft uitverkoren. Het lam zelf is voedsel en bescherming, want zijn bloed wordt uitgestreken over de deurposten en over de bovenbalk van de deur. Deze voorschriften zullen hun volheid vinden in het Pasen van de Heer Jezus, het ware Lam dat geofferd is om de definitieve overwinning over het kwaad te tonen. Zijn Pasen is de moeilijkste maar onmisbare overgang, die namelijk van de dood naar het leven. Jezus is het Lam dat Johannes de Doper aanwijst, het ultieme offer voor een volheid van liefde die eens en voor altijd wordt bevestigd. God geeft aan hoe Pasen moet worden gevierd. Op veel afbeeldingen van het Laatste Avondmaal worden stokken afgebeeld aan de voeten van de apostelen, om aan te geven dat God van hen verlangt dat ze aan tafel gaan met hun lenden omgegord, sandalen aan hun voeten en een stok in hun hand. Dat is het beeld van de leerling die altijd klaar staat en die zich niet laat afleiden of grijpen door de logica en de strikken van het kwaad. Deze dag is voor Gods volk "een eeuwig voorschrift" dat generatie op generatie in ere gehouden moet worden.
Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).
Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.
Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.
De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).
Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.