GEBED IEDERE DAG

Gebed met Maria, Moeder van God
Woord van god elke dag

Gebed met Maria, Moeder van God

Gedachtenis van de heilige Augustinus van Canterbury (+ ca. 605), bisschop en vader van de Engelse kerk. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed met Maria, Moeder van God
Dinsdag 27 mei

Gedachtenis van de heilige Augustinus van Canterbury (+ ca. 605), bisschop en vader van de Engelse kerk.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Geest van de Heer rust op u,
wie uit u geboren wordt zal heilig zijn.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Handelingen 16,22-34

Ook het volk keerde zich tegen hen en de pretoren rukten hun de kleren van het lijf en lieten hen met stokken afranselen. Toen men hun een flink aantal slagen had toegediend, zetten ze hen in de gevangenis, en ze gaven de cipier het bevel om hen streng te bewaken. Op dit bevel zette hij hen in de binnenste kerker en sloot hun voeten in het blok. Rond middernacht zongen Paulus en Silas hun gebeden voor God, terwijl de gevangenen toeluisterden. Plotseling deed zich een zo zware aardschok voor dat de fundamenten van de gevangenis schudden. Meteen gingen alle deuren open en sprongen bij iedereen de boeien los. De cipier schoot wakker en toen hij de deuren van de gevangenis open zag staan, trok hij zijn zwaard en wilde hij zelfmoord plegen, omdat hij dacht dat de gevangenen ontsnapt waren. Maar Paulus schreeuwde: ‘Doe uzelf geen kwaad, we zijn er nog allemaal!' Hij vroeg om licht, rende naar binnen en viel bevend voor Paulus en Silas neer; daarop ging hij met hen naar buiten en zei: ‘Heren, wat moet ik doen om gered te worden?' Zij antwoordden: ‘Geloof in de Heer Jezus; dan zult u gered worden, u en al uw huisgenoten.' En ze verkondigden het woord van de Heer aan hem en aan al zijn huisgenoten. Nog op dat uur van de nacht nam hij hen mee om hun wonden te wassen. Meteen daarna liet hij zich met al de zijnen dopen. Hij nam hen mee naar zijn woning en zette hun een maaltijd voor; met al zijn huisgenoten verheugde hij zich omdat hij nu in God geloofde.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Zie, Heer, uw dienaars:
ons geschiede naar uw woord.

Alleluia, alleluia, alleluia !

In Filippi botst de christelijke verkondiging niet alleen op een polytheïstische religieuze omgeving zoals in Lystra, maar ook op een Romeinse levensstijl. Dat blijkt als Paulus een onreine geest uitdrijft uit een arme slavin die met haar helderziende kunsten geld verdiende voor haar meesters. Paulus geneest haar. Na Lydia, een bekeerlinge, is deze slavin de tweede vrouw die aan het begin staat van het Europese christendom. De eigenaars van deze vrouw verzetten zich heftig tegen Paulus en Silas en laten hen gevangennemen. Maar ook deze keer bevrijdt de Heer zijn leerlingen van hun ketenen. In de eerste tijden van het christendom bestaat er vaak een bijzondere band tussen het evangelie en de gevangenis. Misschien is het ook daarom dat Jezus in het evangelie volgens Matteüs iedereen, en niet alleen zijn leerlingen, oproept om de gevangenen te bezoeken. In de eerste decennia belandden christenen geregeld in de gevangenis. Het is daarom meer dan ooit van groot belang dat de christenen in onze tijd zich inzetten om troost te brengen in de gevangenissen, vooral daar waar geweld het leven onmenselijk maakt. Dat is wat gebeurt in de lezing uit Handelingen van vandaag. Terwijl ze bidden, brengen Paulus en Silas een "aardschok" teweeg, die de muren doet schudden en hun kettingen breekt. Maar vooral veranderen ze het hart van de cipier, die zelfmoord wilde plegen. Paulus en Silas helpen hem om het gebeurde te begrijpen. Door de liefde gewonnen leidt de cipier hen uit de gevangenis naar de vrijheid. Hij ontvangt hen thuis en heel zijn familie bekeert zich tot het evangelie. De liefde van Paulus en Silas verandert het hart van deze man en van heel zijn familie.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.